Zumtobel ontwierp voor de supermarkten een globale verlichting die voor 100 procent uit LED-armaturen is samengesteld: de basisverlichting van de supermarkten wordt gegarandeerd door het op Light+Building 2010 voor het eerst voorgestelde lichtlijnsysteem Tecton LED. Het beproefde Zumtobel product biedt in de LED-uitvoering een hoge lichtkwaliteit met efficiënte en nagenoeg onderhoudsvrije lampen. Ook de verlichting van de rekken, de nevenruimtes en de buitenzones werd compleet met LED-producten gerealiseerd. Samen met nog andere innovatieve bouwmaatregelen sparen de filialen zo 50% energie en tot 80 ton CO2 uit.
Als eerste klimaatvriendelijke supermarkt van de Oostenrijkse hoofdstad vormt de SPAR in de Engerthstraße in Wenen een mijlpaal op het vlak van duurzaamheid: ingebouwd in een heuvel en met een grote groenvlakte op het gelijkvloerse dak vormt de 684 m² grote supermarkt een geslaagde symbiose van klimaatbescherming, landschapsarchitectuur en energie-efficiëntie. Opgericht volgens de passiefbouwwijze en met de modernste, energie-efficiënte technieken op het vlak van verlichting, gebouwsturing en huistechniek wist de supermarkt de verantwoordelijken van de Oostenrijkse vereniging voor duurzame vastgoedeconomie te overtuigen en kreeg ze het ÖGNI Gold label uitgereikt. Deze internationaal erkende onderscheiding beoordeelt naast bouwkundige criteria ook een groot aantal andere duurzaamheidsaspecten. Zo kon Zumtobel bij de presentatie van een complete LED-verlichting goede punten scoren met de hoge efficiëntie, de zeer goede lichtkwaliteit en de aangename en beschermende lichtwerking van de producten. “De innovatieve verlichting van Zumtobel realiseert al onze wensen die voor een aantrekkelijke verkoopruimte noodzakelijk zijn: uitstekend licht voor onze klanten en de grootst mogelijke energiebesparing voor een betere klimaat- en milieubescherming”, zo vertelt Gerald Geiger, Hoofd Bouw/Energie/Techniek bij de hoofdzetel van SPAR in Salzburg.
Het voor de algemene verlichting gebruikte lichtlijnsysteem Tecton werd voor het eerst met LED’s uitgerust. Voor de klant betekent dit heel wat voordelen in één: een goed warmtebeheer in de armatuur garandeert een lange levensduur van de lichtdioden en reduceert zodoende drastisch het onderhoudswerk en de onderhoudskosten. Bovendien beschermt de IR- en UV-vrije LED-verlichting de levensmiddelen. Het lichtlijnsysteem Tecton LED vervult ook de verticale en horizontale verlichtingssterktes en levert een heel goede lichtkwaliteit. Kortom, het biedt alle eigenschappen voor een homogene en efficiënte basisverlichting. Ook op optisch gebied overtuigt Tecton LED als een doorlopende, smalle lichtlijn zonder onderbrekende duistere zones aan de armatuuruiteinden.
Om rekken en producten optisch te accentueren, werden in de multifunctionele Tecton draagrail ook LED-spots ingezet. Daardoor vormt de lichtoplossing in de verkoopruimte één doorlopend en eenvormig geheel. De krachtige LED-spots zijn energie-efficiënte vervangers van hogedrukontladingslampen. Het in de spotkop geïntegreerde koelsysteem stelt bovendien een onderhoudsvrije levensduur van 50.000 uur bij een lichtstroom van 70% veilig. Met de kantelbare spots krijgt het personeel ook de nodige flexibiliteit om seizoensgebonden productpresentaties voldoende te verlichten.
De kassazones worden met vierkante LED-armaturen extra verlicht. Consequent boven de verschillende gangen geplaatst, ondersteunen ze de oriëntatie. Zelfs voor de nevenruimtes en voor de veiligheidsverlichting werden LED-armaturen gekozen. De LED-downlight Panos Infinity is meer dan 70% efficiënter dan downlights met conventionele compacte fluorescentielampen. Bij de LED-veiligheidsarmatuur Resclite profiteert de klant van het geringe aangesloten vermogen.
Het binnenverlichtingsconcept van de nieuwe, klimaatvriendelijke supermarkt in Murau in Steiermark is zoals in Wenen ook voor 100% uit LED-armaturen opgebouwd. “In deze supermarkt is Zumtobel er perfect in geslaagd om een globale LED-lichtoplossing met een hoge lichtkwaliteit te realiseren. In de toekomst zal wellicht niemand nog om LED-lichtoplossingen heen kunnen omdat er in deze technologie zeer veel potentieel steekt en de efficiëntie almaar beter wordt”, zo stelt Robert Lesiack, de verantwoordelijke elektro-ingenieur van het ingenieursbureau Mayr. De 743 m² grote, ook met het ÖGNI Gold label gecertificeerde supermarkt past zich met zijn uit steen en hout opgebouwde voorgevel harmonieus in de regio van het Murdal in. Anders dan in Wenen werd in Murau ook de buitengevel verlicht: de onder de luifel geïnstalleerde LED-lichtmodules zetten de supermarkt zelfs in het donker in het juiste licht.
Projectinformatie: |
SPAR supermarkt, Murau/A |
Bouwheer: | SPAR |
Architect: | Veider Röthl Kaltenbrunner, Leoben/A |
Elektroplanning: |
TB Mayr, Bruck a. d. Mur/A |
Elektro-installatie: | Klampfer, Leonding/A |
Lichtoplossing: |
Zumtobel » Lichtlijnsysteem TECTON LED » LED-spot SL 1000 » half ingebouwde LED-downlights SL 1000 » LED-opbouwarmatuur CAREENA » LED-downlight CRAYON » LED-veiligheidsverlichting RESCLITE » LED-downlight PANOS INFINITY » lichtbuis TUBILUX LED » downlight 2LIGHT MINI LED » LED-armatuur HEDERA |
Zo beschikken alle ruimtes niet alleen over de unieke kwaliteit van een natuurlijke omgeving, maar worden bovendien optimaal verlicht en verwarmd door het daglicht, een eerste wezenlijk aspect voor de duurzaamheid van het gebouw. Want bij het ontwerp van de campus ging het er niet alleen om, op de toekomst gerichte en duurzame gebouwentechnologieën te realiseren, maar deze ook zelf tot de inhoud van de studie te maken. Sinds hun intrek in de nieuwe gebouwen kunnen de studenten en docenten nu bijvoorbeeld de fenomenen van het bijzondere Scandinavische licht bestuderen met behulp van gegevens van de Luxmate daglichtmeetkop van Zumtobel, die normaal gesproken alleen de automatische, daglichtafhankelijke licht- en jaloeziesturing van meetgegevens voorziet.
De lichtsturingsoplossing die de lichtdesigner Gudjon L. Sigurdsson heeft ontwikkeld maakt zo veel mogelijk gebruik van innovatieve technologieën om het gebouw zo comfortabel en zo flexibel mogelijk te maken. Litenet met zijn geïntegreerde noodlicht technologie Onlite maakt het mogelijk om flexibel en met minimale kosten en moeite op het afwisselend gebruik van de ruimtes te kunnen reageren. De meeste armaturen werden met zogenaamde Dimming On Demand (DOD) voorschakelapparaten geleverd. Daardoor hoefde men pas bij de ingebruikname te beslissen, of het verlichtingstoestel dimbaar moest zijn of niet. Gezien het grote aantal armaturen konden zo aanzienlijke kosten bespaard worden. Door een volledig in het besturingssoftware geïntegreerde “Maintenance Cockpit“ (OPC), waarmee de onderhoudsintervallen geoptimaliseerd kunnen worden, zijn besparingen in de onderhoudskosten mogelijk.
De Luxmate jaloeziesturing werd verder ontwikkeld voor de speciale lichtomstandigheden in het Noorden, waar de zon gedurende lange tijd met vlakke stralen schijnt. De mensen in het gebouw merken de geavanceerde lichtsturing door de Touch Screens in alle collegezalen en seminarieruimtes, die de lokale automatiseringsmodules besturen. De docenten kunnen de collegezalen centraal boeken en hierbij tegelijk hun voorkeur-lichtinstellingen vastleggen, waaraan ze de voorkeur geven; zo besparen ze waardevolle lestijd.
De architecten en lichtdesigners hebben voor het grootste deel van het gebouw een plafondsysteem ontworpen dat uit opgerolde, deels geperforeerde metalen lamellen bestaat die een akoestisch effect hebben, de ventilatie vanaf het plafondoppervlak mogelijk maken en de plafondinstallaties aan het zicht onttrekken. Alle lamellen zijn in de richting van de centrale inkomhal geplaatst en fungeren zo automatisch ook als oriëntatiesysteem. De in de lamellen geïntegreerde lampen zorgen ervoor dat dit effect nog versterkt wordt. Voor de ontwikkeling van deze armaturen, die bovendien moeten voldoen aan de eisen die aan de verlichting van collegezalen, seminarieruimtes, kantoren, bibliotheken en circulatiezones worden gesteld, heeft de bouwheer een wedstrijd onder meerdere producenten van de verlichtingstoestellen uitgeschreven. De keuze viel op Zumtobel en wel vanwege een armaturconcept dat ondanks de zeer geringe afmetingen en ondanks het feit dat de armatur geheel verblindingsvrij moest zijn, een hoog rendement van de armatur mogelijk maakte en dat door zijn eenvoudige modulariteit gemakkelijk ter plaatse aan de afzonderlijke verlichtingstaken aangepast kan worden. Met een zichtbare T5-lamp en een zichtbaar binnenwerk van het toestel kon de „technologie“ als het thema van het gebouw passend gerealiseerd worden. Tegelijkertijd ontstond een verwijzing naar de unieke natuurfenomenen op IJsland. Door zijn kristallen helderheid doet de armatuur aan de typische, heldere ijsblokken op de IJslandse lava-stranden denken.
Met de doorschijnende zijreflectoren, geoptimaliseerde mini-rasters en een optimale bedrijfstemperatuur van de lamp kon het rendement van de armatuur met meer dan 15% worden verbeterd in vergelijking met datgene dat van standaard technologieën verwacht had kunnen worden. Door de modulariteit kan de armatuur vrij op een draagprofiel geplaatst worden en zijn bovendien versies als wandarmaturen en als individueel toestel lampen mogelijk. Omdat deze armatuur zo veel mogelijk gebruik maakte van de nog steeds bestaande voordelen van T5-lampen en deze tegelijkertijd als een hoofdrolspeler ensceneert, werd ze zoiets als een loflied op fluorescentielampen in een tijd, waarin innovaties alleen nog maar met LEDs mogelijk lijken.
Het basisontwerp voor de Reykjavik University vond voor de wereldwijde financiële crisis plaats, die IJsland bijzonder hard trof. Desondanks werd het ontwerp tijdens de crisis verregaand gerealiseerd. De bijzondere omstandigheden van de crisis hebben hierbij geleid tot nog betere en nog ingenieuzere oplossingen – werkelijk toonaangevend
Projectinformatie: | |
Opdrachtgever: | EFF, Reykjavik/IS |
Architectuur: | Henning Larsen Architects, Kopenhagen/DK ARKIS Architects, Reykjavik/IS |
Lichtplanning: | VERKIS, Reykjavik/IS |
Elektro-installatie: | Rafmiðlun hf, Reykjavik/IS |
Lichtoplossing | Zumtobel Speciale armatuur RU-SLIMLIGHT/ Z-FOURTYFIVE » opbouwarmatuur PERLUCE » rasterarmatuur FEW » spot VIVO » noodverlichtingssysteem ONLITE |
Lichtmanagement: | » LUXMATE LITENET |
Beelden: Publicatie gratis met vermelding van Zumtobel.
Het design van deze buitengewone spotserie komt van de Weense designstudio EOOS - die reeds sind jaren designpartner van de firma Zumtobel is. Succesvolle producten, zoals de LED spot Tempura, de Vivo spotserie of ook de eerste eco-designspot Liviano, verduidelijken de eisen die de avantgardisten uit de Oostenrijkse hoofdstad aan het design stellen. Een design, dat enerzijds heel discreet maar tegelijk ook zeer veelzeggend is. Met hun filosofie van de poëtische analyse nemen ze zich bewust de tijd om zich in de ondernemingsfilosofie van hun partner te verdiepen en zo de onbewuste identiteit van hun opdrachtgevers te herkennen en de wisselwerkingen van functionele en emotionele componenten perfect uit te balanceren. De poëtische analyse wordt echter vooral bepaald door het zoeken naar een intuïtief beeld, naar een ritueel of naar een verhaal, een mythe.
Interview met Harald Gründl, die samen met Gernot Bohmann en Martin Bergmann het creatieve brein van het Weense designkantoor EOOS vormt, over de bekoring en de uitdaging van de nieuwe LED technologie:
De spotserie houdt zich bezig met de nieuwe designmogelijkheden door LED. Wat waren voor u de uitdagingen bij de ontwikkeling?
Harald Gründl: Het idee om een geheel vlakke spot te ontwerpen, hadden wij al vier jaar geleden, tijdens de briefing voor de eerste LED spot (Tempura). De LED technologie is echter nu pas zo ver, de LEDs zijn wezenlijk efficiënter als toen, zodat wij onze visie om een LED spot gewoon als schijf te ontwikkelen, konden verwezenlijken. Dit versterkt onze overtuiging dat er nu een technologische verandering plaatsvindt - dat de LED werkelijk aan de toekomstige eisen van lichtkwaliteit en energie-efficiëntie kan voldoen. Tot nu toe werd de LED technologie in conventionele bouwvormen geïntegreerd. Voor ons stond tijdens het ontwikkelingsproces snel vast dat wij het omgekeerde gaan doen en de conventionele lampen in deze schijfvorm integreren.
De „zonnestralen“ van de Discus zijn heel markant – houdt u van onmiskenbare vormen?
Harald Gründl: Wij waren op zoek naar een krachtig beeld voor de Discus en hebben dit zeer, zeer krachtige beeld in de kettingen gevonden die de sjamanen droegen – de zonneschijven. Deze zonneschijven zijn duizenden jaren oud. Voor ons is deze archaïsche symbolische vorm, gecombineerd met moderne hoogtechnologie, een perfecte weerspiegeling van de huidige maatschappij. Wij mensen zijn beïnvloed door verhalen, mythen, rituelen, die al sinds duizenden jaren bestaan. En anderzijds zijn we ook beïnvloed door de moderne technologie, waar wij ons niet altijd een voorstelling van kunnen maken. De combinatie van deze twee verschillende aspecten is voor ons eigenlijk het uitgangspunt voor de vormgeving van de Discus geweest.
De stralen hebben een belangrijke technische functie – wilt u dit expliciet onderstrepen door het design?
Harald Gründl: De stralenvorm bij de Discus is eigenlijk het gevolg van het feit dat wij enerzijds de symbolische vorm van de sjamanenketting citeren en dat anderzijds de radiaal geplaatste stralen tegelijkertijd de koelribben zijn die de LED module in het midden van de spot koelen. De spot is zodanig geconcipieerd dat de lucht in alle posities van onderaf aangezogen wordt, de koeling van de LEDs gegarandeerd is en de hete lucht vervolgens naar achteren toe afgegeven wordt. En dit bewijst ons vormgevingsconcept heel duidelijk: symbolische vormen mogen niet alleen op zich staan, maar moeten een integraal bestanddeel van een technische functie zijn. Design is voor ons nooit iets dat men over de technische functie heen schuift. Voor ons is de vorm die uiteindelijk ontstaat, een combinatie van symbolische vorm en technische noodzaak.
Met de LED technologie worden de technische eisen van een lamp ook voor een designer steeds belangrijker – hoe gaat u daarmee om? Moet u nu ook expert op het gebied van lichttechniek worden?
Harald Gründl: Hoewel het hier om een spot gaat, is het probleem dat wij moesten oplossen, geen lichttechnisch, maar een warmtetechnisch probleem. En hierin komt de veranderde toegang tot de LED technologie tot uiting, namelijk dat men zich meer ermee bezig moet houden, hoe de warmte afgeleid wordt, als dat men rekening moet houden met lichttechnische aspecten. Want de LED module is lichttechnisch geoptimaliseerd en hoeft eigenlijk nog maar perfect gekoeld te worden. Design moet in de toekomst dus niet zozeer bedekken, maar moet eerder vormen openbreken om aan de technische eisen van de LED te voldoen. Wij hopen dat deze archetypische, krachtige vorm van de spot blijft en alleen maar door steeds krachtigere LEDs aangevuld wordt.
De spotserie Discus is vooral geschikt voor gebruik in de verkoop en de presentatie – waar ziet u de grote voordelen van deze spot?
Harald Gründl: Vanuit onze ervaring als retail-designer weten wij dat het heel belangrijk is om een bouwvorm met verschillende lamptypes te hebben. Het gaat er dus niet om dat verschillende groottes bestaan, maar dat datgene wat uit de bouwvorm komt, moet variëren – de stralingshoek of de lamp. En dit heeft twee voordelen: over enkele jaren zullen hopelijk alleen nog maar deze schijven bestaan. En een verder voordeel voor het huidige gebruik op retailgebied is, dat men verschillende lamptypes met elkaar kan combineren, zonder dat men verschillende spots aan het plafond heeft.
» voor productfamilie DISCUS
Beelden: Publicatie gratis met vermelding van: B1: Udo Titz; B2 - B5: Zumtobel
Op het terrein waar vroeger militaire barakken stonden, aan de noordelijke rand van de stad, gelegen tussen een Tiberbocht, een woongebied en pakhuizen, valt het lichtgrijze gebouw van het MAXXI al van veraf op. Zijn ronde, elkaar overlappende vormen doorbreken het orthogonale raster van de stedelijke bebouwing en trekken de bezoekers bijna magisch aan.
Het gebouw van sierbeton op het grote voorplein lijkt een grote sculptuur met een afwisselend licht- en schaduwspel. Dwars door inhammen en doorkijkjes tekent het zonlicht lichte motieven, schaduwlijnen bewegen zich over de oppervlakte, interieur en exterieur zijn op subtiele wijze met elkaar verbonden. Als een soort afdak leiden de uitkragingen van het gebouw de bezoekers naar de foyer, een hal die net zo hoog is als het gebouw en die kriskras doorweven is met zich kruisende trappen en loopbruggen – een Piranesi-achtige ruimte van lichtgekleurd beton en zwart staal. De dynamische trappensculptuur vormt niet alleen de verbinding tussen de vijf tentoonstellingsverdiepingen, maar ensceneert tevens een vloeiende beweging door de „verticale piazza“. Natuurlijk licht stroomt van het glazen dak tot op de bodem, vernuftig uitgebalanceerd door een speciaal ontwikkeld lichtplafond waarin een indirecte, naar behoefte aanschakelbare verlichting van fluorescentielampen geïntegreerd is. Dit gecombineerde systeem zorgt voor een basisverlichting. Daarnaast maken de architecten bewust gebruik van kunstlicht als vormgevend middel: „In de hal hebben we het licht geënsceneerd. Alle verlichting is in de architectonische elementen geïntegreerd, deze accentureet als lineaire structuur de dynamiek van de bewegwijzering“, legt de projectarchitect Gianluca Racana het concept uit. Zo worden de trappen en loopbruggen zelf als het ware lichtdragers, die dicht tegen de wanden aan liggen of zich vrij en luchtig in de ruimte bevinden. De doorschijnende, glanzende onderkant van deze trappen en bruggen zijn voorzien van fluorescentielampen achter een diffuus acrylglas en werken net als lichtkasten.
In de tentoonstellingszalen wordt de grootsheid, de vloeiende lijnen en de ruimtelijke dynamiek van de inkomhal voortgezet. Met rechte, gebogen en hellende wanden, met gangen, platforms en terrassen volgen de verschillende ruimtes elkaar verrassend en afwisselend op. Sommige galerijen zijn introvert, andere openen zich met wandgrote glazen oppervlakken naar buiten. De zalen verlopen parallel, kruisen elkaar, vormen cascade-achtige oppervlaktes, meanderen in verschillende richtingen verder, om vervolgens weer bij elkaar te komen. Als bezoeker laat men zich graag door dit vloeiende ruimtecontinuüm drijven, beweegt zich heel ontspannen door dit grootse tentoonstellingslandschap. In plaats van de klassieke vertrekken hebben de curatoren de beschikking over veelzijdig te gebruiken oppervlaktes van in totaal wel 10 000 m2, om hedendaagse kunstwerken van de meest verschillende media ten toon te stellen. De complexe ruimtepositie van Zaha Hadid vraagt naar het hoe en waarom van het idee van traditionele tentoonstellingsruimtes en van de neutraliteit van de „white cube“. In plaats daarvan maakt het museum MAXXI het mogelijk om kunst in een dialoog met architectuur op een nieuwe manier te ensceneren en te beleven, in een attractieve context en met attractieve associaties.
Dienovereenkomstig is het lichtconcept ook gedifferentieerd. Net als in de trappenhal speelt het natuurlijke licht de hoofdrol. het natuurlijke licht drukt zijn stempel tevens op de bijna atelierachtige sfeer van de zalen. „Wij wilden zo veel mogelijk natuurlijk licht ter beschikking stellen, omdat de meeste kunstwerken ook bij daglicht ontstaan en omdat zo de kleuren en de oppervlakken natuurgetrouw waargenomen worden. Bovendien was het belangrijk voor ons, om met kunstlicht optimale voorwaarden te scheppen“, aldus Gianluca Racana. Hiervoor zorgen de complexe lichtplafonds. In de smalle dakdragers – met betonelementen beklede staalconstructies – zijn alle technische elementen geïntegreerd: ze dragen de buitenliggende roosters die als zonwering en lichtverdeling dienen, de twee glaslagen en de rolluiken. Aan beide kanten van de ribbendragers zijn over de gehele lengte dimbare fluorescentielampen achter een diffuus acrylglas, doorschijnend acrylglas ingebouwd, die voor een gelijkmatige algemene verlichting zorgen. Lamellen van aluminium dienen als zonwering, al naargelang de stand van de zon en de gewenste verlichtingssituatie geregeld door het intelligente lichtmanagementsysteem Luxmate Litenet, dat ook het lichtvermogen van de lampen regelt. Zo is gegarandeerd dat, afhankelijk van het daglicht, de combinatie van natuurlijk en kunstmatig licht optimaal aangepast kan worden. Aan het in de onderkant van de dragers geïntegreerde railsysteem kunnen spots voor de accentverlichting, maar ook beamers en lichte scheidingswanden gemonteerd worden.
Ook aan de buitenzijde is het lichtdesign gedetailleerd op de architectuur afgestemd. De sfeervolle verlichting doet het museum MAXXI enerzijds als nieuw element van de stad uitkomen, anderzijds accentueert de geleiding van het licht de verbinding met de bestaande wijk.
Projectinformatie: | MAXXI in Rome |
Opdrachtgever: | Italiaans Ministerie van Onderwijs en Cultuur, Rome/I |
Architectuur: | Zaha Hadid Architects, Zaha Hadid und Patrik Schumacher, London/UK |
Lichtplanning: : | Equation Lighting, London/UK |
Elektroplanning: | Fordham and Partners, OK Design Group, London/UK |
Elektro-installatie: | Ciel Spa, Rome/It |
Lichtoplossing | Zumtobel Foyer: » lichtbandsysteem TECTON Expositieruimtes: » lichtbandsysteem TECTON » spots VIVO L » Downlights PANOS » lichtmanagementsysteem LUXMATE LITENET |
Beelden: Publicatie gratis met vermelding van Zumtobel.
In geen enkel ander land werd sinds 2000 zo veel gebouwd als in China. Spectaculaire gebouwen zoals het Olympiastadion of het nieuwe televisiecentrum in Peking, beurshallen, sportstadions, gigantische bruggen, indrukwekkende musea, hele steden voor honderdduizenden inwoners. De eerste wereldexpositie van de Volksrepubliek China, die op 31 oktober zijn deuren sloot, werd met zijn overweldigende architectuur en ongelooflijk groot aantal bezoekers een Expo van superlatieven die duidelijk aantoont: het Rijk van het midden vindt zichzelf architectonisch volledig nieuw uit en zet unieke accenten wat bouwen aangaat – het moet echter als het ware een spagaat maken om zijn eigen identiteit niet op te geven. Ook Europese architectuurbureaus zijn actief in het Rijk van het midden. Hoe beoordelen Chinese architecten deze situatie? Wat verbindt, wat scheidt Oost en West? Lightlife heeft twee gerenommeerde Chinese architecten ontmoet en een spannend gesprek over traditie en toekomst in China gevoerd.
Wat is voor u het belangrijkste verschil tussen de oosterse en de westerse architectuur- en designwereld?
Kai Cui: De Europese architectuurtraditie heeft gebouwen geproduceerd die iets stabiels, duurzaams, symbolisch, iets heel sterks uitstralen. Dit geeft de mensen het gevoel dat ze een gevecht met de krachten van de natuur voeren – een soort „beschavingsidee“. Het gaat hierbij steeds meer om het gevecht met de natuur om beperkte grondstoffen. Daarom zijn de belangrijkste gebouwen kerken en openbare gebouwen; men maakt vaak gebruik van steen, heel elegante zuilen en portalen. De Aziatische architectuur is heel helder en licht, ze houdt zich op een intelligente manier bezig met het gebouw en de natuur. Het voornaamste materiaal is hout, alles is functioneel. Het zijn volkomen verschillende concepten. Tegenwoordig herken ik een verschuiving naar de Europese architectuur. De klanten, de opdrachtgevers, zelfs de regeringsambtenaren wensen een architectuur die geïnspireerd is door Europese tradities. Ze willen heel stabiele, heel elegante, reusachtige gebouwen waarvoor een grote hoeveelheid aan stenen nodig is – ze willen de architectuur gebruiken om voorstellingen van macht, invloed en rijkdom te transporteren. Ik denk dat er op het gebied van de concepten een interessante uitwisseling plaatsvindt.
Sherman Lin: De hele culturele achtergrond, de geschiedenis, is volkomen verschillend – dit komt ook in de architectuur naar voren. Tegenwoordig leren de Chinese designers naar mijn mening veel van de Europeanen. Ze leren van de Europese architecten, omdat hun manier van denken – hoe zal ik het zeggen – moderner is. Het Chinese design is traditioneler. Vandaag de dag vinden veel investeerders vooral deze geheel nieuwe aanpak heel attractief – ze willen zich graag van anderen onderscheiden.
Verwacht u veranderingen aangaande de creatieve aanpak?
Kai Cui: De Europese architecten hebben in de laatste eeuw veel van de Aziaten geleerd – ze hebben ingezien dat de ruimte die met de natuurlijke omgeving communiceert, het meest interessant is. Ik denk dus dat we in de filosofie een verandering zien, van de Europese naar de Aziatische ideën. Ik geloof dat de globalisering, die in toenemende mate de hele wereld betreft, de communicatie uitzonderlijk gemakkelijk maakt en dat China nu een groot toneel vormt voor alle architecten van deze wereld.
Sherman Lin: Ik ben ervan overtuigd, dat de afzonderlijke culturen zich in de toekomst weer meer op hun eigen waarden zullen concentreren. China moet in dit multicultureel tijdperk zijn typische cultuur en traditie behouden. Desondanks moeten de Chinese designers heel wat van de technologie en ook enkele culturele elementen van het Europese design overnemen.
Zijn aspecten als duurzaamheid, behoedzaam omspringen met grondstoffen, energie-efficiënte gebouwen vandaag al een discussiepunt in China?
Kai Cui: Het thema milieu verenigt alle mensen, hier moeten wij samen naar oplossingen zoeken. Hierbij gaat het niet om vormen of stijlen, het gaat om de menselijke beschaving. Dit is iets, wat ons allemaal verenigt. De Chinese regering heeft in de laatste tien jaar daadwerkelijk voor de bouwsector een codex inzake het besparen van energie uitgebracht, dat een deel van een vergunningsproces is.
Sherman Lin: Met de Expo in Shanghai heeft China bewezen, hoe belangrijk het thema duurzaamheid is. Juist in de samenwerking met Europese architecten merk ik steeds weer, hoe vanzelfsprekend het zoeken naar de meest milieuvriendelijke oplossing in het ontwerpproces al is. In China hebben wij een ongelooflijk groot aantal inwoners die een beperkte ruimte met elkaar moeten delen. Dat is de eigenlijke uitdaging: wij moeten leren, efficiënt met de ons ter beschikking staande oppervlakte om te gaan en geen ruimte te verspillen.
Wat, denkt u, kunnen Europese architecten van Chinese architecten leren?
Kai Cui: Tegenwoordig zouden de Chinese architecten eerder van de Europese architecten moeten leren. Als ik de moderne architectuur bekijk, dan zie ik Chinese architecten die heel hard aan veel projecten werken, veel dingen in korte tijd ontwerpen, voor een heel lage prijs – ik geloof niet dat de Europese architecten daarvan moeten leren. Ik geloof dat een open samenwerking het beste is, waarbij de Europese architecten door de projecten in China veel meer over de Chinese cultuur te weten kunnen komen en zo ook een beter begrip voor onze manier van denken ontwikkelen. Ook hebben wij enkele goede methodes voor de omgang met plaatselijke materialen en over hoe men dingen op een bouwplaats realiseert.
Sherman Lin: De samenlevingen zijn tamelijk verschillend. De Chinezen hechten meer waarde aan traditionele waarden, zoals bijv. aan familie. Dit en ook lokale aspecten moeten zich in de designelementen weerspiegelen. Hierin verschillen ze een beetje van de Europeanen. Dus hoop ik dat onze instelling en de Europese Lifestyle een symbiose aangaan die nieuwe, spannende ontwerpen zal produceren.
Ziet u de globalisering eerder als een gevaar of als een mogelijkheid? Denkt u dat globalisering tot een verlies van de culturele identiteit leidt of eerder tot een verrijking?
Kai Cui: In de laatste eeuw heeft een modernisering in de architectuur plaatsgevonden, de internationale stijl van Europa is hierbij een probleem geworden. Als u het hoogste gebouw opricht, moet het er zo en zo uitzien, heel typisch, overal doosjes, de „luciferdoosjes-stijl“. Veel mensen klagen over deze situatie en willen het veranderen; onder ons Chinese architecten speelt deze discussie al sinds vele, vele jaren – hoe wij onze identiteit kunnen behouden, onze cultuur, onze traditie.
Sherman Lin: Ik denk dat de globalisering in principe iets goeds is. Maar ik ben ook van mening dat de verschillende culturen hun identiteit moeten behouden. Ik vraag me af, hoe het met China verdergaat. In China zijn veel Europese stijlen te zien en er zijn naar mijn mening te veel Amerikaanse invloeden. Wij moeten onze eigen weg vinden. Want juist de verschillen maken de wereld nog steeds prachtig en spannend.
Zou u mij een voorbeeld ervan kunnen geven hoe men deze ontwikkeling in China ziet?
Kai Cui: De nieuwe vliegveld-terminal 3 van Norman Foster is voor mij een project dat deze ontwikkeling heel goed weerspiegelt. Het reflecteert de Chinese cultuur, het dak en het plafond zijn heel mooi. Ik houd van de kleuren en van de natuurlijke verlichting. Het verbazingwekkende is, dat als u dit gebouw ziet, dan weet u meteen: dit is China.
Beelden: Publicatie gratis met vermelding van: B1,B2: Zumtobel; B3,B4: Newsdays
Een ideale infrastructuur voor een procesgestuurde route voor de patiënten, een uiterst actuele medisch-technische uitrusting, doordachte vormgeving van de kamers en optimale concepten voor de kleuren, het materiaal, de verlichting en de vrije ruimtes karakteriseren de nieuwbouw van het Klinikum Offenbach. Hierdoor is de beste verzorging van de patiënten, aangename arbeidsomstandigheden voor de medewerkers en een zo groot mogelijk welbehagen voor alle mensen in het gebouw gegarandeerd. De verlichting draagt hier voor een groot deel aan bij. Hoogwaardige armaturen die niet verblinden, ondersteunen de medewerkers tijdens hun werkzaamheden. Het licht in de patiëntenkamers is bevorderlijk voor de genezing. Intelligente verlichtingsoplossingen maken het voor de bezoekers gemakkelijker om zich te oriënteren.
Met een gebruiksoppervlakte van meer dan 29.000 m² en een totale oppervlakte van circa 60.000 m² biedt de nieuwbouw van de kliniek in Offenbach plaats aan zes competentie-divises, de verzorgings-, intensive care-, onderzoeks-, operatie- en behandelingsafdelingen en aan de centrale bedrijfstechniek. De nieuwbouw heeft zeven verdiepingen en werd ontworpen door het Frankfurtse bureau woernerundpartner. Petra Wörner, architecte en directeur van dit bureau, beschrijft de architectuur van het kamvormige gebouw dat over vier vleugels beschikt, als „gedisciplineerd, zonder pathos, maar niet zonder poëzie“.
De veelzijdige plattegrond biedt flexibele mogelijkheden voor gewijzigde werkverlopen, korte wegen voor de patiënten, medewerkers en bezoekers en ook het gebouw zelf kan zich aan de toekomst aanpassen en met nog een „tand“ links en rechts van de kamrug uitgebreid worden. In het openbare gedeelte liggen de ruime ingangshal, een cafetaria verdeeld over twee verdiepingen, de shopping mile, een kapel en een gebedsruimte voor moslims. In de sokkel bevinden zich de operatieafdelingen en de afdeling voor diagnostiek. Boven op de sokkel zijn de kam-achtig ontworpen verzorgingsafdelingen met 724 bedden en de bijbehorende dienstkamers geplaatst.
Bij de vormgeving van de openbare ruimtes van de nieuwbouw hebben de architecten voor warme kleuren en veel licht als centrale elementen gekozen. Ook de voorgevel straalt met zijn krachtige roodtinten levendige vriendelijkheid uit. De hoge transparantie van de gevel zorgt voor luchtigheid, een overvloed aan licht en voor kleurigheid. In de inkomhal met twee verdiepingen staat een harmonisch lichtconcept met Panos Downlights en met speciale uitvoeringen van de Slotlight inbouwarmatuur garant voor een snelle oriëntatie. De warme rode kleur van de vloer vormt een stralend contrast met de witte wand- en plafondelementen en verleent een vriendelijke en zachte uitstraling aan de ruimte. Een speciaal ontworpen geleidingssysteem met attractieve kleur- en patroonaccenten helpt de patiënten en bezoekers in alle openbare gedeeltes van het gebouw snel de gewenste afdeling te vinden.
De patiëntenkamers op de 13 verzorgingsafdelingen zijn helder en vriendelijk en beschikken over hoogwaardige inbouwmeubels, waarin ook het medisch verzorgingssysteem Conboard geïntegreerd is. Het behaaglijk-warme kleur- en materiaalconcept van zand- en aardetinten in de kamers voor volwassen patiënten wordt op de kinderafdeling vervangen door krachtigere kleuren die telkens van de kamerwand op de bedden van de kinderen uitstralen.
Slotlight inbouwarmaturen zorgen voor aangenaam helder verlichte gangen – vier armaturen die een vierkant vormen, onderstrepen de kruispunten. In de trappenhuizen volgen Linaria armaturen het verloop van de trap en vormen een attractieve tegenhanger van de leuning. Voor oriëntatie in het grote gebouw zorgen ook de vele optische verbindingen tussen de verschillende delen van het gebouw en de verschillend aangelegde binnenhoven met hun afwisselende kleuren rood, geel en groen die afhankelijk van de tijd van de dag en het jaar steeds weer nieuwe kleurcombinaties bieden. De architectuur van de nieuwbouw maakt bovendien door de op veel plaatsen bewust geopende voorgevel het uitzicht op de omliggende stadswijken mogelijk en zorgt tevens voor de optische verbinding van deze wijken met het gebouw.
Projectinformatie: | Klinikum Offenbach |
Opdrachtgever: | Stad Offenbach/D |
Architectuur/Lichtplanning: | woernerundpartner, Frankfurt/D |
Lichtplanning/Elektroplanning: | Brendl Ingenieure, Frankfurt/D |
Electro-installateur: | Bauer Elektroanlagen GmbH, Halle/D |
Lichtoplossing |
Zumtobel » Downlights PANOS » inbouwarmaturen SLOTLIGHT » lichtlijn LINARIA » spots ARCOS » cleanroom-armaturen CLEAN SUPREME » medisch verzorgingssysteem CONBOARD » opbouwarmaturen PURELINE |
Helemaal nieuw is ook dat de downlightserie met een unieke kleurtemperatuurdynamiek wordt aangeboden. Met Panos Infinity Tunable White kan het natuurlijke daglichtverloop worden nagebootst zodat de gebruiker de kleurtemperatuur binnen het witlichtbereik flexibel aan de specifieke toepassing kan aanpassen. Daarbij verbetert het temperatuurbereik van 2.700 tot 6.500 Kelvin niet alleen de waarnemingskwaliteit, ze creëert ook blikvangers, laat kleuren beter uitkomen en ondersteunt het menselijke bioritme. De instelling van de verschillende witte tinten gebeurt via het bedieningselement Circle tune of via het Emotion Touch paneel.
Christopher Redfern toont met dit design de mogelijkheden die de LED-technologie biedt voor het realiseren van een nieuwe vormtaal. Door de harmonieuze overgang tussen LED-lichtkamer en reflector wordt de lichtbron onzichtbaar. Met een duidelijk gereduceerde afdekring integreert de downlight zich harmonieus in de architectuur. De nieuwe kaderloze downlightvariant vormt een bijzondere architectonische highlight. De designer over zijn ontwerpidee: "Met deze downlight wilde ik een licht creëren dat het daglicht sterk benadert. Licht met aangename kleurtemperaturen en met de mogelijkheid deze aan de voorkeuren van de mens aan te passen.”
De efficiëntie van het armatuursysteem, ongeëvenaard op de markt, wordt gerealiseerd door de unieke versmelting van bijzondere technologieën, hoogwaardige materialen en lichttechnische knowhow. Om een optimale LED-performance en levensduur van het globale systeem te garanderen, heeft Zumtobel ook bijzondere aandacht geschonken aan de efficiënte koeling. Zumtobel is erin geslaagd om een voor een octrooi aangemeld passief koellichaam voor de LED-module te ontwikkelen en daarmee de gebruikseigenschappen van de downlight aanzienlijk te verbeteren. Panos Infinity is standaard dimbaar via DALI en maakt zo bijkomende interessante besparingen mogelijk.
Panos Infinity wordt in twee verschillende diameters (150 en 200 mm) en in de inbouwvarianten low met een inbouwdiepte van slechts 100 mm en high met een inbouwdiepte van 140 mm aangeboden. Samen met de vier verschillende reflectorvarianten, decoratieve accessoires en de kaderloze optie kunnen daarmee optimale lichtoplossingen voor alle toepassingsdomeinen worden gerealiseerd.
De modulaire opbouw van de Panos Infinity downlight onderstreept de innovatieve designaanpak. Zo vormen de LED-lichtkamer en de passieve koeling één geheel dat zonder gereedschap van het voorschakelapparaat en de reflector kan worden losgekoppeld. Dit maakt het vervangen van de LED-module wel heel eenvoudig.
Voor de Panos Infinity downlightserie geldt een garantie van vijf jaar inclusief voorschakelapparaten en LED’s. Het hele productgamma draagt ook het hoogwaardige eco+ label, dat Zumtobel voor de aanduiding van bijzonder energie-efficiënte producten heeft ontwikkeld.
» voor productfamilie PANOS INFINITY
Beelden: Publicatie gratis met vermelding van Zumtobel.
Ondanks de strenge basisgeometrie toont Ondaria zich als een armatuur zonder hoeken of kanten. “Het naar binnen verplaatste en concaaf gewelfde lichtvlak vult de ronde vormgeving mooi aan en genereert daarbij een bijzondere plasticiteit en dieptewerking”, zo beschrijft designer Stefan Ambrozus de Zumtobel armatuur.
De aangename basisverlichting van Ondaria wordt opgeroepen door het directe lichtaandeel: homogeen en zacht dringt het licht door de opalen afdekking tot in de ruimte door en zorgt er voor een sfeervolle stemming. In inbouwsituaties zorgt een indirect aandeel voor een zachte plafondverlichting, waardoor de armatuurhoogte optisch wordt gereduceerd. De zachte rondingen van Ondaria passen harmonieus in de meest uiteenlopende ruimteconcepten – niet alleen in representatieve ruimtes maar ook in kantoorvertrekken. Want de – in de middelgrote uitvoering beschikbare – luminantiereducerende optiek (LRO-optiek) maakt ook aan beeldschermwerkplekken een optimale verblindingsbescherming en lichtverdeling mogelijk. Nog een troef van Ondaria: via het beproefde dim²save- resp. LDE-concept kan de armatuur comfortabel gedimd en gestuurd worden.
Ondaria gaat mee met de tijdsgeest en biedt naast conventionele lampen ook een LED-versie met stabiel wit licht aan. De efficiënte LED-technologie laat toe het aangesloten vermogen met ca. 58% te reduceren en levert een aangename, neutraal witte lichtkleur van 4.000 K met een zeer goede kleurweergave van Ra > 80. Daarbij verschilt de look van de ronde armatuur in niets van de versies met fluorescentielampen. Door de lange levensduur van de LED’s van 50.000 uur en de stabiele kleurtemperatuur kan Ondaria LED als onderhoudsvrij worden bestempeld.
Ondaria kan als in- of opbouwversie en ook als pendelarmatuur worden geïnstalleerd. Daarbij wordt de opalen schijf van onderen uit gereedschapsloos in de armatuur ingelegd. Een staaldraadophanging van twee of vier meter lang maakt een flexibele ophanging van de armatuur mogelijk. Voor de inbouw is een apart inbouwkader voor de drie diameters beschikbaar. Een bijkomende montageset vergemakkelijkt de installatie.
» voor productfamilie ONDARIA
Beelden: Publicatie gratis met verwijzing naar Zumtobel.
In het Lichtcentrum van Shanghai zullen vooreerst 14 medewerkers van Zumtobel de Chinese markt bedienen. Vooral de groei in de markten buiten Europa is voor Zumtobel in de komende jaren een belangrijk objectief. Met hoogwaardige lichtoplossingen en hoogkwalitatieve producten heeft Zumtobel in de voorbije jaren reeds gerenommeerde projecten zoals de Beijing Fine Art Academy, het Huawei Building Complex in Shanghai of het Zhejiang Art Museum in Hangzhou gerealiseerd. Met het nieuwe Lichtcentrum moet de aanwezigheid van de verlichtingsfabrikant uit Vorarlberg in deze belangrijke regio verder worden versterkt.
Martin Böwe, Director Emerging Markets: “De snel groeiende economische ruimte China is voor Zumtobel van grote betekenis. Het onlangs geopende Lichtcentrum in Shanghai stelt ons in staat om de innovatieve lichtoplossingen en hoogwaardige producten op nog indrukwekkender wijze aan onze partners en klanten te presenteren. We onderstrepen daarmee ook dat we de Aziatische markt als strategisch bijzonder belangrijk beschouwen. In de komende jaren willen we ons in deze regio als dé aanbieder voor hoogwaardige lichtoplossingen profileren."
Als eerste onderneming binnen de lichtindustrie ontwikkelde Zumtobel al in de jaren 1980 de toepassingsgerichte armatuurpresentatie in kubussen omdat het effect van licht op die manier bijzonder indrukwekkend kan worden getoond. Voortbouwend op dit concept ontstond in 1996 het eerste Lichtforum in Wenen. Daarmee markeerde de onderneming de stap van armatuurproducent naar professionele lichtoplossingspecialist, een evolutie die sindsdien consequent verder werd uitgebouwd. Passend bij onze visie om een passie voor licht over te brengen, worden lichtbelevingswerelden gecreëerd die de grote uitdrukkingskracht van deze veelzijdige bouwstof tonen. Een andere basisidee is om samen met gerenommeerde architecten centra te creëren die inspelen op de lokale gegevenheden maar ook de band met onze overkoepelende ambities duidelijk maken. Zo draagt het Lichtforum van Wenen het handschrift van Hans Hollein, de inrichting van het Lichtcentrum in Berlijn was in handen van de architecten Sauerbruch-Hutton en in het Lichtforum van Lemgo waren Bolles Wilson Architecten verantwoordelijk voor de planning.
Beelden: Publicatie gratis met vermelding van Zumtobel
Na de omvangrijke verbouwingswerken presenteert de 14.000 m² grote supermarkt zich in een heel nieuw licht. Daarbij werd buiten de verlichting ook de koeling vernieuwd en werden een overzichtelijker rekkensysteem en klantvriendelijkere verswaartogen gecreëerd. “We hebben lang naar het nieuwe winkelconcept, zoals het hier werd gerealiseerd, toegewerkt”, legt Markus Wahlen van de bouwafdeling van Globus uit en hij voegt er nog het volgende aan toe: “De sterke combinatie van lichtlijnen voor een gelijkmatige en heldere algemene verlichting en spots voor individuele effecten, heeft ons uiteindelijk overtuigd. Dankzij de reeds vierjarige samenwerking met Zumtobel konden we het nieuwe lichtconcept vlot en in de gekend hoge kwaliteit realiseren.” Daarvoor werd in de gangen het lichtlijnsysteem Tecton met verschillende armaturen en optieken zo toegepast dat het elke zone homogeen en verblindingvrij verlicht. Dankzij de multifunctionele draagrail met een geïntegreerd 11-polig stroomgeleidingsprofiel kunnen talrijke lichtmodules, lampen en optieken flexibel worden ingezet en waar nodig worden vervangen.
Slechts 12 Watt per vierkante meter hebben de langwerpige armaturen van Zumtobel, uitgerust met lampen van 1/49 W, nodig. Voor de verlichting van de rekken scoort het lichtlijnsysteem Tecton met een hoge gelijkmatigheid en verticale verlichtingssterktes zodat ook van op een hoogte van meer dan drie meter de onderste schabben conform de norm worden verlicht. Daarmee spaart het lichtconcept in vergelijking met vroeger tot 30 procent aan energie uit.
Wanneer men in een winkel of supermarkt binnenstapt, is het de eerste indruk die telt. Daarom kozen de verantwoordelijken van Globus aan de ingang van de levensmiddelenafdeling voor de zogenaamde “poollightoptiek” uit opalen kunststof. Deze bijzondere optiek bekoort door het heel gelijkmatige en breed uitstralende bestrijkende licht. Samen met de zacht afgeronde oppervlakken ondersteunt het licht de oriëntatie en geleidt het de klanten doorheen de supermarkt. De in de gangen opgestelde langwerpige armaturen worden aangevuld door verschillende spotseries. Deze dienen voor het accentueren van producten en perfectioneren zo het hoogwaardige merkoptreden. Aan de groenten- en fruitafdeling worden Proton spots met 70 W HIT-lampen gebruikt. Het zogenaamde Shoplight is vooral dankzij zijn zeer goede kleurweergave in het rode bereik uiterst geschikt voor de verlichting van de producten. Het sterk gerichte puntlicht accentueert op indrukwekkende wijze de paletwaren aan de verkoopeilanden. Tegelijk kunnen de zwenkbare lichtkoppen bij wijzigingen in de opstelling van de artikelen flexibel worden uitgelijnd.
Aan de nieuw ingerichte kaas-, worst- en vistogen werden zwenkbare inbouwdownlights geïnstalleerd die de verse producten optimaal presenteren. Dankzij speciale reflectoren en vlees- resp. worstfilters worden de producten vrij van IR- en UV-licht verlicht. Zo behouden ze hun natuurlijke kleur en frisheid. De aangekondigde verbouwingsplannen van nog meer Globus supermarkten en de reeds met Zumtobel armaturen gerenoveerde supermarkt in Zell an der Mosel tonen de grote tevredenheid van de klant en bevestigen de kwaliteit van de verlichting.
Projectinformatie: | |
Bouwheer: | Globus SB-Warenhaus Holding GmbH & Co. KG, St.Wendel/D |
Lichtplanning: | Globus Bauabteilung, St. Wendel/D |
Elektro-installatie: | Wahlen & Schabbach, Weiskirchen/D |
Lichtoplossing: |
Zumtobel » Lichtlijnsysteem TECTON » vochtbestendige armaturen SCUBA » downlights PANOS |
“Meer licht”, dat was het uitgangspunt van het Hamburgse architectuurkantoor MRJ-Architek